‘Zelden zoveel liefde en begrip ervaren’
Tekst: Mariëtte Woudenberg
‘Elke eerste vrijdagavond van de maand denk ik nog: waarom wil ik dit ook alweer? Dan hang ik na een drukke werkweek op de bank om Netflix te kijken. Maar als we eenmaal beginnen met bidden, vliegen de uren voorbij. Het is altijd mooier en beter dan we kunnen bedenken. Voor een deel volgen we een bepaalde structuur, voor een deel laten we het vrij. Alles haakt in elkaar. Je voelt Gods Geest gewoon de ruimte vullen. Worden we toch wat moe, dan gaan we naar buiten. De stad in, voor een gebedswandeling.
Dat ik ooit nog eens elke maand samen met een groep mannen en vrouwen een nacht lang zou bidden, had ik nooit gedacht. Ik kom oorspronkelijk uit een meer traditionele kerk. Bidden was voor mij niet meer dan een ritueel of een officiële aangelegenheid. Vrij gebed leek alleen iets voor predikanten, ouderlingen, diakenen en voorzitters van commissies. En zelfs die gebeden waren nog vrij standaard. Ik weet nog wel dat ik 8 of 9 jaar was en mijn vader vroeg of hij mij wilde leren bidden. Hij was enigszins verrast.
‘Dat ik ooit nog eens elke maand samen met een groep mannen en vrouwen een nacht lang zou bidden, had ik nooit gedacht.’
Hij bad al jaren het ‘Onze Vader’ voor het eten. Ik kende nu inmiddels toch de woorden? Niet dus. Bij standaardgebeden krijgen woorden vaak een eigen betekenis, woorden versmelten, nieuwe woorden ontstaan in je hoofd. Mijn vader nam toen de moeite om mij dat gebed te leren.
Toen ik al een hele kerkelijke carriere achter de rug had en na een tijdje dakloos te zijn geweest, kwam ik bij het Leger des Heils terecht. Daar ging het bidden er toch wel anders aan toe. Het triggerde me dat veel mensen daar zo eenvoudig konden bidden, alsof ze in gesprek waren met God. Het leek wel of ze een relatie met Hem hadden.
Het was op de eerste zondagochtend van een nieuw jaar, nu een aantal jaren terug, dat ik tijdens een samenkomst van het Leger des Heils in een vlaag van verstandsverbijstering naar voren stapte. Tijdens het moment van getuigen zei ik dat ik dat jaar meer van God wilde ervaren in mijn leven en dat ik ervan overtuigd was dat gebed daarvoor de aangewezen weg was. Ik beschouwde het als een reis en vroeg wie er mee wilde, om te beginnen door samen een Prayer Course te organiseren. Verrassend genoeg was er een groep mensen gelijk enthousiast. Van doorgewinterde gebedsstrijders tot een bejaarde zuster die net als ik meer van God wilde ervaren.
‘Ik heb zelden mijn beeld van mensen zo moeten bijstellen, zelden zoveel geleerd, zoveel liefde en begrip ervaren als in deze nachten.’
Terwijl ik op reis ging, kwam er ook iets anders op mijn pad. Elke eerste vrijdag van de maand is er in Terneuzen een gebedsavond van de gezamenlijke kerken. Gebed voor stad en regio. Begin vorig jaar voelden we de noodzaak om er een 24-uurs kettinggebed van te maken. De zaterdag invullen was geen probleem, de nacht bleek wel lastiger. Het moet toen Gods Geest zijn geweest die me op een vroege ochtend het idee gaf een Night Watch of nachtwacht te beginnen. Als niemand alleen wilde bidden in de nacht, dan maar samen.
Zo ontstond er min of meer een vast groep van zeven mensen. We bidden elke maand samen van twaalf uur ’s nachts tot zes uur ’s in de ochtend. In het begin voelde ik mezelf toch wel ongemakkelijk. Om samen te bidden met mensen van allerlei pluimage, die ik amper kende en waar ik desondanks wel iets van vond. Maar vanaf de eerste nacht was duidelijk dat Gods Geest aanwezig was. Ik heb zelden mijn beeld van mensen zo moeten bijstellen, zelden zoveel geleerd, zoveel liefde en begrip ervaren als in deze nachten.
Tijdens een van de eerste nachten had iemand voor mij de tekst Jeremia 33:3. “Roep mij aan en Ik zal je antwoorden. Ik zal je grote wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn.” Dat zie ik letterlijk gebeuren in mijn leven. Ik leer door die nachten om het wandelen met God als een avontuur te zien. Bijna nooit zoals ik het bedenk, altijd verrassend. Vaak sta ik ’s morgens op en kijk met spanning uit naar de nieuwe dag. Dan vraag ik: ‘En God, wat gaan we vandaag doen?’
Frank Kolijn (56) woont en werkt in Terneuzen, Zeeuws Vlaanderen. Hij gaat daar naar het Leger des Heils.